Kiesrecht verkiezingen Europees Parlament voor alle Nederlanders die in de Nederlandse Antillen en op Aruba wonen

bron Staatscourant

Antillianen en Arubanen mogen in 2009 voor het eerst aan de verkiezingen van het Europees Parlement mee doen, mits het Nederlandse parlement een wijziging van de Kieswet goedkeurt. De Tweede Kamer is in juli 2008 akkoord gegaan. De stemgerechtigden van de Antillen en Arubanen zijn goed voor één zetel in het Europees Parlement.

De eilandenbewoners hebben de wetswijziging te danken aan twee inwoners van Oranjestad op Aruba. In 2004 probeerde de Arubanen M. Eman en O. Sevinger zich als kiezer te laten registreren voor de Europese parlementsverkiezingen van 10 juni 2004 en in 2006 voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dat werd geweigerd, waarna Eman en Sevinger in hoger beroep naar de Raad van State stapten.

De weigering van de kiezersregistratie voor de Kamerverkiezingen van de Tweede Kamer bleef overeind. De strikte Kieswet laat geen ruimte voor afwijkingen en kent een bepaling dat kiezers die afkomstig zijn van de Nederlandse Antillen of Aruba en niet gedurende ten minste tien jaren ingezetene van Nederland zijn geen kiesrecht kunnen uitoefenen. Kortom, als Arubaan of Antilliaan mag je niet meestemmen als je niet minimaal tien jaar in Nederland hebt gewoond.

Voor de Europese parlementsverkiezingen gold dezelfde uitsluitingsbepaling. Het Europese Hof van Justitie billijkte de uitsluitingsbepaling voor de nationale verkiezingen, maar maakte korte metten met de uitsluiting voor Europa. Volgens het Hof van Justitie staat vast dat de twee Arubanen de Nederlandse nationaliteit bezitten en daarmee burgers van de Unie zijn. De consequentie is dat de Kieswet in strijd is met het communautaire gelijkheidsbeginsel, omdat hij onderscheid maakt tussen 'Nederlanders' op basis van grondgebied. Het Hof van Justitie stelde vast dat de Nederlandse Kieswet ten onrechte onderscheid maakt tussen de Nederlanders die in een derde land wonen en de Nederlanders die op de Nederlandse Antillen of op Aruba wonen. Het hof bepaalde dat Nederland geen onderscheid mag maken tussen Nederlandse staatsburgers in den vreemde en Antillianen en Arubanen voor wat betreft de verkiezing voor de leden van het Europees Parlement.

De Tweede Kamer benadrukte tijdens het debat dat het alternatief – een beperking van het kiesrecht voor het Europees Parlement tot Nederlanders die in Europa wonen – ondemocratisch is, omdat daarmee Nederlanders die buiten Europa wonen niet langer een stem in Europa zouden hebben.