Rode Kruis verdient schop onder de kont

WILLEMSTAD - Het is te hopen dat de 500 vluchtelingen uit Venezuela deze week niet besluiten naar Curaçao te komen. De voordeur van het Rode Kruis is dicht en zou bezwijken onder de druk van zoveel hulpzoekenden in één keer. Zelfs één is al teveel.

En het zag er zo mooi uit, afgelopen vrijdag. Het Rode Kruis meldde trots dat de organisatie klaar stond om 500 Venezolanen onder te brengen in het geval zij vanwege de politieke situatie hun land moeten ontvluchten en naar ons eiland komen.

Het Rode Kruis is er al meer dan een jaar (!) mee bezig, zo stond te lezen. Er is een schuilplaats voor iedereen. Waarom ontgaat me even, want op Curaçao hoeven ze toch voor niemand te schuilen? Er is een mobiele keuken, die al die vluchtelingen in hun schuilplaatsen van voedsel gaat voorzien. Alleen als het er meer dan 500 zijn, moeten cateringbedrijven inspringen: Thelma & Louise staan klaar met hun partysnacks!

Cynisme
De verstorende waarheid achter dit cynisme, is dat het Rode Kruis niet in staat is gebleken om de enige vluchteling die Curaçao op dit moment rijk is, aan te kunnen. De ingeslapen organisatie is zo gestructureerd dat er alleen actie kan worden ondernomen als de operationele manager, Henk Stomp, op z'n werkplek zit.

Al eerder was me opgevallen dat er van enige assistentie of hulpverlening ten aanzien van vluchtelingen of politieke asielaanvragers niet gerekend kan worden op de organisatie die daarvoor gemandateerd is door de UNHCR, de vluchtelingenclub van de Verenigde Naties in Washington. Een mandaat dat extra zorgvuldigheid vereist, nu duidelijk is dat Curaçao de Conventie van Genève niet heeft ondertekend en om die reden het begrip vluchteling niet kent. Anders dan dat die ongedocumenteerd is. Illegaal dus.

Syrië
Toen de Syrische vluchteling Aktham Abu Fakher zich op 19 januari meldde bij de immigratiedienst van Curaçao, konden ze dan ook niets anders doen, dan hem op te sluiten in de voormalige Bon Futuro gevangenis. Daar gaan immers alle vreemdelingen zonder papieren naar toe om uitgezet te worden naar hun land van herkomst.

Het Rode Kruis kreeg weliswaar lucht van deze zaak, maar nam niet de moeite om Abu Fakher op te zoeken in de cellen van de Koninkrijksonwaardige gevangenis in Koraal Specht. Zijn vluchtverhaal aanhoren, aanmelden bij UNHCR, het was allemaal teveel voor de club van Henkie Stomp.

Volgens de beste man was dit allemaal heel normaal, want de zaak was in handen van de veiligheidsdienst van Curaçao, en 'u wilt toch niet dat ik iets illegaals ga doen, meneer Drayer'? Waar Stomp op doelde is mij altijd nog een raadsel, maar ik weet wel dat je je als hulpverlener niet door autoriteiten moet laten ringeloren. Jouw belang is hulp geven aan het slachtoffer.

Helemaal kolderiek werd het vandaag. Of eigenlijk diep triest.

Aktham Abu Fakher heeft een advocaat in de hand genomen, die geheel belangeloos zijn zaak wil bepleiten, opdat de Syriër uiteindelijk geen vluchteling meer is, maar door kan met z'n leven. Eerste vereiste daarvoor is dat zijn status hier wordt geregeld en dat begint met een basisverklaring van de UNHCR. Verkrijgbaar via bemiddeling van het gemandateerde Rode Kruis. Eitje, dacht ik zo:

- Hallo, met het Rode Kruis?
   - Ja daar spreekt u mee.
- Ik sta hier met een vluchteling en wil graag vanmiddag langskomen voor een aanvraag basisverklaring UNHCR.
  - Ah, u heeft een vluchteling?
- Nou ja, hij staat hier in ieder geval naast mij...
  - Komt u maandag maar terug, dan kunnen wij u helpen.
- Begrijp ik goed dat u deze vluchteling vandaag niet kan helpen?
  - Ja, dat klopt. De meneer die over vluchtelingen gaat is er niet. Hij komt maandag terug.
- Ik heb alleen maar een aanvraagformulier nodig...
  - Ja, komt u maandag maar terug, dan wordt dat geregeld.
- Begrijp ik goed, dat het Rode Kruis vluchtelingen niet bij kan staan als de operationele manager er niet is?
  - Ik heb instructies dat ik niets mag doen als hij er niet is.
- Dus de hulpverlening van het Rode Kruis ligt op z'n gat, totdat de baas weer achter z'n bureau zit?
  - Dat hoort u mij niet zeggen. U trekt nu uw eigen conclusie.
- Het was maar een vraag. Eerlijk gezegd, ik geloof m'n oren niet. Dus de vluchteling is er voor u en u bent er niet voor de vluchteling?
  - U trekt weer uw eigen conclusie. U kunt over en half uur terug bellen.
- Ah, dan is meneer Stomp weer terug?
  - Nee, maar dan heb ik misschien iemand gevonden die u kan helpen.
- O, dus dan kan ik zo'n formulier krijgen en de procedure starten?
  - Nee, dat kan alleen met meneer Stomp
- Waarom moet ik dan met die andere meneer praten?
  - Geen idee, maar dit gesprek wordt vervelend. Belt u nu maar gewoon terug over een half uurtje meneer!
-  En wie krijg ik dan aan de lijn?
  - Geen idee, ik zou niet weten wie u kan helpen als de heer Stomp er niet is. Ik in ieder geval niet. Ik ben maar de secretaresse.

Einde gesprek. pfff.

Ik neem haar niets kwalijk, hoor. Maar de rest van het Rode Kruis, die zich bezig houdt met vluchtelingen, moet een schop onder zijn kont krijgen. Dan komt het vast ook goed wanneer 500 Venezolanen naar meneer Stomp op zoek gaan.